|
|
Ontwerp : 1994.
Realisatie : van Dijck 1995.
De woning ligt in een buitenhoek van een verkaveling, diagonaal op het kavel zodat de
voorgevel in het straatbeeld meespeelt en de achtergevel riant in de fraaie tuin ligt. De
plattegrond is gebaseerd op een kruisvorm (Palladio), met een vide in het hart. Het
lichtgele bakstenen gebouw met mangaan stenen onderplint en witte houten kozijnen
accentueren de klassieke vormgeving en de geslotenheid.
De geslotenheid van de woning, een wens van de bewoners, komt tot uiting in o.a. de
kozijnindeling en de kleinere gevelopeningen aan de straatzijde. De massieve vorm van de
erker is gesloten naar buiten, maar van binnen uit is de beleving licht en ruimtelijk. De
kruisvorm met een dubbele hoofdas geeft de woning zijn bijzondere karakter, ook in het
interieur.
In het hart van de woning valt volop licht via de dakramen op de overloop. Aan beide
zijden van de zitkamer zijn plekken afgescheiden. Deze plekken liggen aan de tuin, de
zogenaamde ochtend- (oost) en avond- (west) kamer. Nu functioneert een zijde als speelplek
en de andere zijde als werkplek. De inpandige garage versterkt de massa. |